Gerd Boll – Het oplossen van conflicten op basis van medegevoel en wijsheid

In ons menselijk bestaan is het niet alleen het leed van ouderdom, ziekte en dood dat ons problemen bezorgt, ook de kleine en grote conflicten die we moeten oplossen in onze familie, werkkring en sociale omgeving beleven we als schoonheidsfouten in ons leven.

In de eerste plaats een paar woorden over het vermijden van conflicten, want hoewel we graag denken dat alleen anderen schuld hebben aan onze conflicten, kunnen we niet om een zekere eigen invloed heen, die we onder controle moeten zien te krijgen.

Hiervoor geeft de Boeddha ons een paar gedragsadviezen. Het is bijvoorbeeld goed dat we andere wezens niet kwetsen, uitbuiten of hun bezit minachten. Ons spreken moeten we inzetten voor harmonie en vriendschap, op zo’n manier dat er geen verwarring ontstaat, maar dat kwaliteiten duidelijk worden en er plaats is voor ontwikkeling. Vaak merken we echter dat we ondanks alle goede voornemens ons handelen of ons spreken niet onder controle hebben. Dat ligt aan storende gevoelens zoals trots, jaloezie, woede, begeerte, onverschilligheid enzovoort, die ons dikwijls ongemerkt de baas worden. Zo strooien we vaak onbewust, als kleine gifkorrels, zaden van verwarring, disharmonie en conflicten in onze sociale omgeving.

In de boeddhistische Diamantweg bestaat er een groot aantal mogelijkheden om met deze storende gevoelens te werken, zoals de verschillende voorstellingen, mantra’s en ervaringen in de opbouw- en versmeltingsfase van de meditatie, maar in het bijzonder de ontwikkeling van liefde en mededogen, en het doen van goede wensen voor het welbevinden van anderen.

Op die manier lukt het steeds beter om conflicten te vermijden. Nu komen we bij de mogelijkheden om conflicten op te lossen: hier is het allereerst van groot belang onderscheid te maken tussen innerlijke instelling en uiterlijk gedrag. Voordat we het hebben over ons gedrag, moeten we eerst onze innerlijke instelling onderzoeken ten opzichte van het conflict en van diegene met wie we het conflict hebben. In de eerste plaats denken we immers, dat er iets werkelijks is gezegd, dat er een werkelijk onderwerp van conflict is, dat er een werkelijke situatie of persoon is die moeilijkheden veroorzaakt, en dat dit alles in een werkelijke wereld plaatsvindt. Maar onze problemen bestaan, juist omdat wij ze als werkelijk ervaren.

Door de zienswijze van het Grote Zegel kunnen we begrijpen dat het de eigen geest is, die de uiterlijke wereld in al zijn verscheidenheid voortbrengt. Geen lot, god of toeval brengt ons met al die onmogelijke mensen en situaties in aanraking, het zijn de indrukken uit ons opslagbewustzijn die alles laten ontstaan. Zonder uitzondering stellen ze alles samen en laten ze alles ontstaan, zoals in een reusachtige show van een illusionist. Dit is natuurlijk moeilijk te begrijpen als je het voor de eerste keer hoort. De wereld lijkt veel te concreet; de vijanden veel te aanwezig om door onze eigen geest geschapen te kunnen zijn. Je moet er veel over nadenken, voordat je hierover helderheid hebt.

Onze geest werkt in feite als een diaprojector: de verschillende indrukken in ons opslagbewustzijn zijn als de kleuren op de dia, die vervolgens door de helderheid van de geest op het scherm geprojecteerd worden. Omdat we niet beter weten, denken we dat datgene wat verschijnt een onafhankelijk bestaande wereld is, een product van het toeval. Net zoals de beelden op het scherm afhangen van de kleuren op de dia, hangen de mooie en niet mooie verschijnselen in de wereld echter af van de indrukken die we in vroegere tijden door verschillende woorden, daden en gedachten in ons opslagbewustzijn geplant hebben.

Als we op de nieuwste inzichten van de wetenschap vertrouwen – volgens welke alles wat wij als massief ervaren slechts uit zich voortdurend bewegende subatomaire deeltjes met enorme tussenruimten bestaat die zich nu eens als massa, dan weer als golf manifesteren en waar een voortdurend ontbinden en ontstaan plaatsvindt – dan wordt het magische spel al een beetje begrijpelijker. Als we beseffen hoe makkelijk onze zintuigen, die we zo graag als getuigen van de werkelijkheid van de wereld opwerpen, te misleiden zijn, kunnen we begrijpen dat de wereld die wij beleven alleen maar bestaat uit concepten die zich gematerialiseerd hebben.

Als we dat begrijpen, wordt het duidelijk dat het er niet meer om gaat vijanden af te schudden of de loef af te steken, maar om iets te vinden dat het projecteren van vijandbeelden in onze geest doet ophouden.

In ons rust al een kracht die dat kan: door het ontwikkelen van liefde en medegevoel worden vijandbeelden, conflicten en de hele dualistische waarneming op de meest krachtige manier duurzaam overwonnen. Dat hebben we hopelijk allemaal al eens beleefd, toen we tot over onze oren verliefd waren.  Alle problemen losten plotseling in lucht op en als we elkaar aankeken, verdween elke scheiding tussen ‘ik hier’ en ‘jij daar’. Jammer genoeg kunnen we zulke ervaringen meestal niet lang vasthouden, maar onze geest is wel in staat zich te ontwikkelen. Liefde kun je ‘trainen’, omdat liefde een kwaliteit is, die al in ons aanwezig is. Bij de training van onze geest kunnen we een drie-stappen-plan aanhouden:

– Allereerst concentreren we ons op onze vrienden en doen we voortdurend goede wensen voor hen.

– Zodra dat een gewoonte wordt, betrekken we ook de mensen in onze goede wensen tot wie we in principe in een neutrale of onverschillige verhouding staan. Dat is gemakkelijker als je je voorstelt dat iedereen zijn hele leven besteedt aan het veiligstellen en zoeken naar zijn eigen geluk, wat nooit lukt, omdat er altijd weer een vorm van ontevredenheid ontstaat. Ook duiken ouderdom, ziekte en dood in al hun verschillende onaangename varianten op. Als het moeilijk blijft om wensen te maken voor mensen waar we niet veel mee hebben, kunnen we de Boeddha of onze lama in ons hart voorstellen, die licht uitstraalt en op die manier het ontwikkelen van liefde voor alle wezens ondersteunt.

– Ten slotte oefenen we erin een liefdevolle houding aan te nemen tegenover iedereen die we niet mogen. Dit is vast en zeker het moeilijkst, maar het is een absolute voorwaarde voor het oplossen van conflicten. Daarvoor moeten we eerst begrijpen dat al deze lastige mensen geen demonen zijn, maar mensen zoals jij en ik, die eigenlijk op zoek zijn naar geluk en tevredenheid. Ze weten alleen niet hoe dat moet en maken daarom veel fouten. Op grond van oorzaak en gevolg ervaren ze de resultaten van hun handelen en beleven ze deze als werkelijk en tegen hen gericht. Als gevolg van hun onwetendheid handelen ze opnieuw helemaal verkeerd en raken op die manier meer en meer verstrikt in problemen, afkeer, tegenzin, angst en agressie. Als we dat begrijpen is het gemakkelijker goede wensen te doen voor diegenen met wie we een conflict hebben en liefde en medegevoel voor hen te ontwikkelen.

Door deze aspecten van onze innerlijke instelling – het focussen op het geluk van anderen en de poging alles wat we beleven als een vreugdevol spel van onze geest te ervaren – hebben we een stevige en belangrijke basis voor het oplossen van conflicten gelegd. Hiermee hebben we een zeer uitgebreid palet aan mogelijkheden om te handelen tot onze beschikking.

Het is bijvoorbeeld vaak goed om eerst alles tot rust te laten komen. Misschien ben je te enthousiast een verbinding aangegaan en is het goede karma een beetje dun geworden. Dan is het beter om meer ruimte te geven, zodat je weer een niveau vindt waarop alles werkt:  zodat er weer substantie kan worden opgebouwd. Daarvoor is het goed om eerst te luisteren naar wat de ander eigenlijk wilde, of je eventueel te verontschuldigen als signaal voor bereidheid tot het sluiten van een compromis.

Hierbij is het belangrijk dat je loslaten, uit elkaar gaan, of scheiden niet als iets negatiefs beleeft, maar als het verschaffen van ruimte voor iets nieuws. Als je dan uit elkaar gaat, moet je iets geleerd hebben, anders tref je om de volgende hoek weer een gelijksoortig probleem aan. Als je namelijk iets op het innerlijk niveau niet als kwaliteit verwezenlijkt hebt, kan het zich op uiterlijk niveau gemakkelijk als conflict aandienen. Zo worden zelfs conflicten onze leraren, en elk opgelost conflict transformeert tot een stap op de weg.

Soms is het ook goed om nieuwe niveaus van contact mogelijk te maken. Vaak zijn vaste voorstellingen over de ander ontstaan, of heb je je in een probleem vastgebeten: de nodige afstand ontbreekt. Hier moet je fantasie gebruiken: wat zou je kunnen doen om jezelf en anderen van een nieuwe kant te kunnen zien? Misschien kun je samen iets cultureels of spannends ondernemen, nieuwe mensen in de groep opnemen, je voor de ontwikkelingen in de rest van de wereld interesseren, of sociale betrokkenheid gaan beoefenen. Zoiets kan de nodige frisse wind brengen. Het is hierbij belangrijk de moed op te brengen om bekend terrein te verlaten, en fijngevoeligheid aan de dag te leggen om de zaak niet te overdrijven. Iedere betrokkene moet kunnen meekomen en de kans krijgen te veranderen.

Ook laat je je niet afbrengen van het hoogste niveau: hoogste waarheid is hoogste vreugde. Komt er iemand met een slecht humeur die alleen maar problemen ziet, dan maak je een grap. Is iemand gecompliceerd, dan praat je over het weer. Direct of indirect vestig je de aandacht op woorden van liefde, vreugde en eenvoud. Dat helpt zelfs in moeilijke situaties, bijvoorbeeld als iemand een woede-uitbarsting heeft. Ga je daar niet op in en steel je zijn show, dan ben je weer meester over de situatie. Hierbij mag je niet trots zijn, maar moet je genoeg liefde ontwikkeld hebben om te zien hoe ver je kunt gaan, en wat de ander aankan. Ook moet er genoeg eigen innerlijke ervaring zijn, anders is je handelen gekunsteld.

Soms is het nodig duidelijke grenzen te stellen. Daarmee doe je anderen vaak een plezier. Hierbij is het belangrijk dat je alleen nog de ontwikkeling en het welzijn van de ander voor ogen hebt, en dat je niet meer vanuit angst of storende gevoelens handelt. Ook niet onder de oppervlakte, omdat een kleine dosis gif de hele situatie de verkeerde kant op kan laten gaan. Stuit je op een opgeblazen ego waar een andere, mildere methode geen effect zal hebben, dan is een grondige opheldering noodzakelijk. In een onsentimenteel gesprek leg je alle kaarten op tafel, of je handelt zoals je zou doen als je een inbreker ervan wilt weerhouden je huis leeg te halen. Niet omdat je zo aan de spullen gehecht bent – die heb je in je geest immers allang weggegeven – maar uit liefde voor hem, omdat je niet wilt dat hij nog meer negatieve indrukken in zijn opslagbewustzijn plant.

We zouden nog meer voorbeelden kunnen bekijken; de mogelijkheden om problemen op te lossen zijn altijd heel persoonlijk en van veel factoren afhankelijk. Er zijn echter altijd twee noodzakelijke voorwaarden van conflictoplossing. Ten eerste: het inzicht dat alles wat we tegenkomen niets werkelijk uiterlijks is, maar het vrije, vreugdevolle spel van je eigen geest – die ook niet werkelijk bestaat. Ten tweede: dat de weg naar alles op die manier beleven het ontwikkelen van liefde en medegevoel is. Zodra je dat begrepen hebt, ontwikkelen alle kwaliteiten, wijsheden en intuïtie zich stap voor stap. Als conflicten je boven het hoofd groeien dan is het beter om je terug te trekken en je aan de ontwikkeling van liefde en medegevoel te wijden met behulp van het beoefenen van de Dharma. Als je dit bereikt hebt, zul je erkennen dat geen enkele moeite te groot was, omdat alles wat gebeurt dan een geschenk is. Elk conflict – hoe onaangenaam ook – is een welkome mogelijkheid om levenservaring op te doen en is fantastisch alleen al omdat het gebeurt.

About the author