Bij zijn tweede bezoek aan Europa begeleidde ik Z.H. Karmapa. In die tijd heb ik een aantal plaatsen in Duitsland bezocht, maar sindsdien heb ik geen kans meer gehad om er opnieuw heen te gaan. Van andere lama’s heb ik wel gehoord hoe goed de leer zich er heeft verspreid, hoe goed deze beoefend wordt, en ik heb veel gehoord over de activiteit van Ole en Hannah. Over dit alles ben ik zeer tevreden.
De leer die zich hier verspreid heeft is de leer van de Karmapa’s van de Kagyu school. De Boeddha gaf veel leringen, en er zijn verschillende wegen uit ontstaan. Van deze wegen is Mahayana (Grote Weg) iets heel bijzonders. Wat maakt deze weg zo bijzonder?
Boeddha heeft veel verschillende methoden gegeven binnen het Mahayana. Ze vinden allemaal hun oorsprong vanuit de hoogste wijsheid en bevinden zich op een zeer hoog niveau. Het Mahayana kent daarbij twee soorten onderricht: soetra en tantra.
Tantra is meer bijzonder dan soetra, aangezien er meer middelen ter beschikking staan. De werkwijzen van tantra (ook wel Vajra- of Mantrayana) worden ook wel ‘vrucht-leringen’ genoemd en het is sowieso de hoogste leer. Om het goed te gebruiken, moet je veel vertrouwen in de methoden en een sterke devotie hebben, hiermee wordt echter geen blind vertrouwen bedoeld.
Als we de weg van de soetra volgen, zullen we eerst veel moeten studeren. Zo zijn er in de Abidharma bijvoorbeeld veel leringen over de uiterlijke wereld en het ontstaan van het heelal. In de Madhyamika is er veel filosofische leer te vinden. Men onderzoekt de uiterlijke wereld zowel intellectueel als logisch en men ontwikkelt zo een begrip van de essentie van deze wereld, het begrip dat de echte wereld eigenlijk niet bestaat.
Als we op deze manier de leer bestuderen, dan is het belangrijk dat we die niet als een normale studie benaderen. Het gaat er bij de Dharma niet om simpelweg meer te leren, maar om uiteindelijk de vrijheid van de hoogste verlichting te bereiken en vrij te zijn van het lijden. Dat is meer dan een gewone studie. Het Vajrayana is een zeer directe weg, waarmee de Dharma niet iets externs blijft, maar een ervaring wordt.
Sommige mensen denken wellicht dat het niet genoeg is om alleen maar te mediteren, maar ik wil dat jullie begrijpen dat het de ervaring is die we absoluut nodig hebben.
Maar het is ook prima als we verschillende teksten bestuderen en iets leren, je moet wel duidelijk hebben wat je daarmee kunt bereiken. Als we de teksten willen bestuderen, hebben we allereerst een taalachterstand. Vervolgens moeten we ook niet vergeten dat iemand in Tibet pas na 20 tot 30 jaar studie als geleerde gold. Zelf heb ik eerst zes jaar de taal geleerd en daarna 18 jaar teksten bestudeerd en ik ben nog lang niet klaar.
Het is dus een heel lange weg als we dat willen doen. We riskeren hierbij dat we veel woorden leren en maar weinig van hun betekenis. Ook al is het juist dat wat we nodig hebben. Alhoewel we moeten leren waarover het gaat, krijgen we de werkelijke ervaring alleen maar door te praktiseren. Regelmatige beoefening is erg belangrijk voor ons. Daardoor beginnen we meer en meer te begrijpen omdat het inzicht van binnenuit als ervaring ontstaat.
Om de tantrische weg te volgen zijn vertrouwen, devotie en een pure beleving erg belangrijk. We beginnen door onszelf als puur te zien en zo te vertrouwen in onszelf: in het hebben van onze boeddha-natuur. Dit betekent niet dat men op een afstandelijke manier trots wordt en zichzelf als beter dan anderen beschouwt, want alle wezens hebben de boeddha-natuur. Het betekent ook de moed hebben om een oefening te doen zonder te denken dat je het niet kunt, dat je niet kunt beoefenen. We moeten erop vertrouwen dat wij en alle wezens de hoogste wijsheid al in ons hebben.
De eerste voorwaarde voor de Vajrayana-methode is dan ook vertrouwen in onze eigen waarde. De tweede voorwaarde is het vertrouwen in de ‘Drie Juwelen’: de toevlucht. Het eerste juweel is de Boeddha, de Dharmakaya, iemand die volledig verlicht is. Voorbij beperkingen en fouten, met volledig ontwikkelde kwaliteiten. Het tweede juweel is de Leer, de Weg, alle methoden die de Boeddha heeft gegeven. Het derde juweel is de Sangha, degenen die ons kunnen helpen op de weg.
Wanneer we Vajrayana beoefenen dan vertrouwen we ook op de ‘Drie Wortels’: Lama, Yidams en Beschermers. De Lama is de bron van zegen. Yidams zijn de bron van de siddhi’s, de speciale vaardigheden. De Beschermers zijn de bron van de activiteit. De Lama is de belangrijkste wortel en de Yidams en de Beschermers zijn z’n activiteit: het spel van zijn geest. Deze drie wortels zijn in geen enkel opzicht verschillend van de drie juwelen.
Hoe is het mogelijk dat Vajrayana de snelste manier is en dat die ons in staat stelt de verlichting in één enkel leven te bereiken? Dit heeft te maken met de lama. Op de langzamere bodhisattva-manier bouwen we verdiensten op – goed karma – en reinigen ons met behulp van verschillende methoden. Er wordt gezegd dat het zeer lang duurt, drie ontelbare kalpa’s (eonen) voordat men zich van al het negatieve bevrijd heeft en al het positieve volledig ontwikkeld heeft. Dit duurt zo lang omdat onze handelingen vanwege onze storende gevoelens altijd gemengd zijn en we telkens weer iets negatiefs doen dat ons terugwerpt. Als we daarentegen de hulp van een lama krijgen dan kan door onze openheid de zegen van de lama de essentie van onze geest, onze boeddha-natuur, de hoogste wijsheid zeer snel tot ontwikkeling brengen.
De zegen werkt door het samenkomen van onze openheid en de zegen van de lama. Het is dan niet alleen onze eigen inspanning die ons vooruit brengt, maar we krijgen hulp van de lama. Dit maakt de weg zeer snel en direct. Als de zegen van lichaam, spraak en geest van de lama tot ons komt en wij daardoor de aard van onze geest kunnen zien, is het net alsof we ontwaken uit de slaap van onwetendheid.
De openheid die dit proces mogelijk maakt is meer dan alleen een leraar mogen omdat hij goed kan spreken of omdat je deze om een andere reden graag mag. Het is noodzakelijk de lama te kunnen zien als de essentie van alle boeddha’s, volledig zuiver, zodat de zegen overgedragen wordt. De devotie zal zeer diep en zuiver zijn en de zegen zal zeer snel werken.
Het middel om deze devotie te ontwikkeling is Guru Yoga, meditatie op de lama. Voor ons is dit de Karmapa-meditatie. Om de lama te zien als de essentie van de boeddha’s van de drie tijden, betekent niet dat we deze moeten zien in de fysieke vorm van de historische Boeddha. Het gaat erom dat de essentie van zijn geest de Dharmakaya is. De Dharmakaya toont zich dan in verschillende vormen en zonder beperking: op Sambhogakaya- en Nirmanakaya-niveau. Men kan het ook als volgt begrijpen: de essentie van de lama-geest, de Dharmakaya, is de absolute lama. Zoals deze essentie zich in verschillende vormen toont is de relatieve lama zoals wij die kennen. Dat wat we kunnen zien en horen.
Wanneer we Guru Yoga beoefenen, dienen we alles te zien als een uiting van de lama, als een spel van de lama. We moeten ernaar streven alle vorm als het ‘lichaam van de lama’, alle geluiden als de ‘spraak van de lama’ en alles in de geest als ‘de geest van de lama’ te zien. Dit betekent niet dat de buitenwereld zou moeten veranderen totdat deze er als de fysieke vorm van de lama uitziet, maar dat vorm en leegte onscheidbaar zijn. Alles wat zich manifesteert is leegte en leegte manifesteert zich.
Deze vereniging van manifestatie en leegte heet ‘het lichaam van de lama’, en dit te begrijpen betekent alles als de vorm van de lama te zien. De spraak van de lama houdt in dat de essentie van spraak leegte is, dat geluid en leegte onscheidbaar zijn. De geest van de lama is de onafscheidelijke vereniging van vreugde en leegte, alles wat er gebeurt in de geest is niet te scheiden van de waarheidstoestand. Dit is tevens de betekenis van ‘Dorje-lichaam’, ‘Dorje-spraak’ en ‘Dorje-geest’.
Als we mediteren op de lama, hebben we vertrouwen nodig zodat we devotie kunnen ontwikkelen, de zegen kunnen ontvangen en dan de aard van de geest kunnen herkennen. Onze Kagyu linie is in het bijzonder een transmissielinie van devotie. In veel liederen van verlichten uit onze linie is altijd benadrukt dat devotie de voorwaarde voor het herkennen van de aard van de geest is. Devotie is als een zaadje, zonder dit kan niets groeien.
Er zijn drie soorten van vertrouwen: de eerste is een basis vertrouwen, zodat men de wens heeft de dharma te leren en te beoefenen en daar bijvoorbeeld niet toe gedwongen wordt. Het tweede soort is vergelijkbaar maar gaat dieper, de behoefte te beoefenen en zich in te spannen wordt groter omdat je echt begrijpt hoe belangrijk het is. Het derde soort heeft te maken met vertrouwen in de Drie Juwelen en de wet van karma. Men heeft het grote vertrouwen dat al onze daden gevolgen hebben. Als we de drie soorten van vertrouwen hebben ontstaat een diepe devotie. Het kan onder bepaalde omstandigheden moeilijk zijn om zo’n enorm zuivere devotie te ontwikkelen voor iemand met een fysiek lichaam. In dat geval kan men deze voor een yidam ontwikkelen, wat ook erg goed is.
Er zijn vele soorten Guru Yoga. Voor ons als studenten van de Karma Kagyu linie is de guru de Karmapa. Sommige mensen zijn onzeker over wie hun wortel-lama is. Dit is echter geen probleem. Als we een heel speciale relatie hebben met een leraar, dan kunnen we die als onze wortel-lama zien en bedenken dat Karmapa de bron voor alle lama’s is. Als we graag op deze lama willen mediteren dan kunnen we dat doen. Maar we moeten ons per se realiseren dat Karmapa de essentie van de lama is. Dat deze lama de activiteit van de Karmapa is. Alles komt van Karmapa.
Ik zeg dit niet alleen omdat het mijn eigen lama is, maar omdat er vele niveaus van tulku’s, van bewust wedergeborenen zijn. Karmapa bevindt zich op het hoogste tulku-niveau. Dit betekent dat hij volledig verlicht is en keer op keer wordt wedergeboren om de wezens van nut te zijn. Zijn naam ‘Karmapa’ betekent ‘Heer van de Boeddha-activiteit’. De zwarte kroon werd door 100.000 dakini’s aan hem gegeven op het moment van zijn verlichting. Net zoals een koning wordt gekroond ontving de Karmapa van de dakini’s de zwarte kroon als een teken van zijn verlichting en zijn rol als ‘de man van de activiteit van alle boeddha’s’. Alhoewel de kroon voor ons niet zichtbaar is, is deze er altijd. Zij werd later in materie nagemaakt, zodat ook wij deze kunnen zien als het teken van de activiteit van de Karmapa.
Guru Yoga is de essentie van onze beoefening, alhoewel we natuurlijk de hele ngöndro moeten beoefenen. Bij de Guru Yoga verdicht zich in eerste instantie voor ons in de ruimte de Karmapa of een andere lama, die dan de essentie van de Karmapa is. Men concentreert zich op de visualisatie en vraagt intensief om de zegen van de lama. Hierbij is het goed als de devotie erg sterk is, zo sterk mogelijk, zonder twijfel en volledig voorbij het gewone denken. Er wordt gezegd dat de devotie zo sterk dient te zijn dat je niet nadenkt over de vraag of het waar is als de lama zegt dat water vuur is, of andersom. Men heeft niet allerlei gewone gedachten in het achterhoofd, maar denkt aan de absolute kwaliteiten van de lama en heeft daar vertrouwen in. Daarna komt zijn zegen als zegen voor het lichaam vanuit zijn voorhoofd met de vibratie OM en wit licht, daarna als zegen voor de spraak vanuit zijn keel met de vibratie AH en rood licht, en tenslotte als zegen voor de geest vanuit zijn hartcentrum met de vibratie HUNG en blauw licht. Eerst één voor één en uiteindelijk allemaal tegelijk.
Door deze meditatie worden lichaam, spraak en geest gezuiverd, en krijgen we van de lama de zegeningen van lichaam, spraak en geest. We krijgen ook de vier inwijdingen, die zich later manifesteren als de vier Kaya’s, de vier boeddha-toestanden: verlichting. Als we mediteren en de mantra Karmapa Chenno gereciteerd hebben zijn ons eigen lichaam, spraak en geest onlosmakelijk verbonden met lichaam, spraak en geest van de lama en dan verblijven we in die toestand.
Als we Guru Yoga goed beoefenen, kunnen we de zegen ontvangen en ons met behulp daarvan ontwikkelen. Ook voor een yidam- of beschermers-oefening geldt: zonder de zegen van de lama gebeurt er eigenlijk niets. Vooral op de Mahamudra-weg is de zegen absoluut noodzakelijk, zonder dat gebeurt er niets: de ervaring ontstaat simpelweg niet. Sommige mensen denken dat Guru Yoga gewoon een voorbereiding is omdat het deel uitmaakt van ngöndro, de basisoefeningen. Ze kunnen de echte betekenis daardoor niet juist inschatten. Maar als je de geest wilt herkennen, dan hoort de Guru Yoga beoefening er simpelweg bij, je moet het doen. Onze motivatie daarbij is ook erg belangrijk. We moeten bodhicitta, de verlichtingsgeest ontwikkelen en mediteren om andere wezens te helpen. We moeten altijd wensen dat alle wezens verlichting bereiken. Wanneer we met deze instelling Guru Yoga beoefenen, of als Guru Yoga onze belangrijkste oefening is, dan zijn we op de goede weg.
Wat houdt ‘zegen’ precies in?
‘Zegen’ is niets substantieels dat van buiten komt. Het is het proces waarbij de geest zich ontwikkeld door middel van het openen voor de lama. Het is wat er dan in de geest gebeurt. Er zijn verschillende soorten van zegen, bijvoorbeeld zegen voor een lang leven.
Men kan teksten over de dharma lezen om deze beter te begrijpen. Maar als een leraar iemand precies hetzelfde vertelt, kan het gebeuren dat de geest zich op dat moment zo ontwikkelt, dat je daadwerkelijk heel veel begrijpt. Dit komt doordat er zegen is.
Wat kan je doen om devotie te stabiliseren?
Dit is een kwestie van tijd. In het begin is de devotie soms zeer sterk en soms ook niet, net zoals vertrouwen. Dat het veranderlijk is, dat het op en neer gaat, is gewoon samsara, het geconditioneerde bestaan waarin wij nu leven. Wanneer we regelmatig beoefenen en onze compassie vergroten dan zullen vertrouwen en devotie stabiliseren. Enige tijd later is de devotie niet langer afhankelijk, maar vast en stabiel.
Van Jamgon Kongtrül Rinpoche