Jigme Rinpoche – Meditatie in het dagelijkse leven

Het thema van deze tekst is hoe je meditatie in het dagelijkse leven inbrengt. Tegenwoordig is ons leven behoorlijk hectisch. Velen van ons hebben voortdurend wat te doen. Maar als het lichaam met veel activiteiten bezig is, dan betekent dat niet dat de geest niet in een rustige toestand kan zijn en dat hij bij alles wat je doet niet oplettend kan zijn. Er zijn ook mensen die de mogelijkheid hebben om zonder de gewoonlijke activiteit en drukte hun tijd met meditatie door te brengen. Maar waar we het hier over willen hebben is hoe we het klaarspelen in ons dagelijks leven te mediteren.

Normaal denken we dat meditatie betekent een heel rustige, kalme geest te hebben. Maar je kan het ook anders zeggen. Ieder wezen draagt het potentieel  van deze rustige en evenwichtige geestestoestand in zich. Op dit moment kunnen we het alleen niet realiseren, niet waarnemen en niet gebruiken. Dit potentieel te kunnen herkennen en te gebruiken wordt verhinderd door het negatieve dat je bij je draagt. Daarmee worden voornamelijk de tegenstrijdige gevoelens bedoeld. Wanneer je echter de aard – dat wat er eigenlijk in aanwezig is – van deze storende gevoelens precies kan herkennen, dan realiseer je de oorspronkelijke, in ons allen aanwezige perfecte geestestoestand. Probeer het negatieve bij de wortel aan te pakken. Het ontdekken van de kern van alle storende gevoelens, waardoor men het potentieel, de perfecte mogelijkheden van de geest zichtbaar en praktisch bruikbaar kan maken: dat is de bedoeling van de meditatie. Wanneer je de wijsheid niet hebt om het potentieel van de eigen geest te herkennen, dan leef je in illusoire toestanden en ervaar je alles op een vertekende manier.

Het potentieel voor de boeddhatoestand, dus voor de perfecte toestand van de geest, is al aanwezig. Omdat we het niet kunnen ervaren, hebben we constant het gevoel dat we iets missen en zoeken we constant naar iets dat het leven dieper en waardevoller maakt. Dit zoeken is het leed dat we de hele tijd met ons meedragen, wat ons voortdurend vergezelt. Op grond van de onwetendheid ten opzichte van de essentie van onze geest houden we vast aan de voorstelling van een ik en betrekken alles op dit ik. Door dit vasthouden wordt de wereld in tweeën gedeeld, we ervaren haar als dualistisch. Daardoor ontstaan alle conflicten tussen ‘mij’ en ‘de anderen’. Het ervaren van deze scheiding tussen zichzelf en de ander noemen we ‘verwarring’ of ‘versluiering van de geest’. Dit alles komt tenslotte voort uit onwetendheid en uit gewoontepatronen die we vanuit deze onwetendheid hebben gevormd. Dat leidt constant weer tot leed. In onze poging een gelukkige, perfecte en tevreden toestand van de geest te vinden, falen we op grond van onze onwetendheid omdat we niet weten hoe we dit ten uitvoer moeten brengen. Hierdoor ondergaan we constant weer moeilijke toestanden.

Door meditatie is het echter mogelijk om de oorzaken, de manier van werken en uiteindelijk de essentie van deze storende gevoelens en deze geestelijke versluieringen te herkennen. Natuurlijk kennen we de storende gevoelens al, maar tot nu toe hadden we – zonder meditatiebeoefening – niet de mogelijkheid om ook daadwerkelijk invloed op ze uit te oefenen als ze eenmaal zijn ontstaan. Wanneer je meer en meer mediteert en hun natuur en ware essentie herkent, verliezen ze aan kracht en krijg je er steeds meer controle over. We leven hier zogezegd te midden van onze storende gevoelens, maar de clou is dat we ons er niet door laten raken en verwarren. Er zijn symbolen voor, zoals bijvoorbeeld de lotusbloem: deze groeit uit de modder omhoog, maar heeft een zuivere, perfecte bloem. Of om een andere beeldspraak te noemen: wanneer je door de modder loopt, dan wordt de essentie van je voeten daardoor niet vies.

Uiteindelijk zullen ze in hun aard daardoor niet veranderen. We zouden moeten leren om met onze storende gevoelens op dezelfde manier om te gaan. Wanneer ze opduiken moeten we ons er niet door laten meeslepen, onze essentie er niet door aan het wankelen laten brengen. Om je niet door de storende gevoelens te laten meeslepen heb je oplettendheid nodig, die gericht is op wat er precies bij al onze handelingen in ons gebeurt. Dan wordt je niet meegesleurd als er iets gebeurt.

Zoiets werkt echt. Je hoeft er maar een keer aan te denken hoe het is om in Nepal rond te lopen. Nepal staat niet als een schone omgeving bekend. Toch is het mogelijk om er met schone schoenen doorheen te komen. Je moet gewoon zo oplettend zijn dat je precies die plekken ontdekt waar je een voet neer kan zetten, zodat je schoen niet vies wordt. Ik heb mensen met wie ik in Nepal reisde een keer gezegd dat ze nu oplettendheid nodig hadden om niet helemaal vies te worden, maar ze begrepen de diepere betekenis ervan niet. Het gaat erom je op ieder moment bewust te zijn van wat er daadwerkelijk gebeurt en dan de ‘schone plaatsen’ te ontdekken, waarna je de goede weg gaat.

Wanneer je begint je van de natuur van de storende gevoelens bewust te worden – hun essentie te ontdekken – dan helpt dat ten eerste jezelf, omdat je niet meer door de verschillende situaties wordt geraakt. Maar later brengt het je ook verder, want als je heel goed begrijpt hoe de dingen bij jezelf functioneren, begrijp je ook dat het anderen net zo vergaat. Je komt op het punt dat je medegevoel, welwillendheid en begrip tegenover anderen kan ontwikkelen.

De sterkste storingen die in ons opduiken, ontstaan eigenlijk doordat we andermans situatie niet begrijpen. Het is weliswaar gemakkelijk om te ontdekken dat we sterke storende gevoelens hebben en misschien lukt het ook om ons daartegen te beschermen. Maar de subtiele, dieper liggende motivatie die daartoe leidt ontdekken we in eerste instantie niet. Wanneer we bijvoorbeeld boos zijn, dan vinden we altijd bij de anderen de reden voor onze boosheid. We zien niet dat daaronder eigenlijk onze eigen negativiteit, onze eigen agressiviteit ligt, en dat die onze boosheid doet ontstaan. Je moet de situatie dus veel preciezer analyseren om die onderlaag te kunnen ontdekken.

Laten we het voorbeeld van het vuil nemen; dan is het natuurlijk het vuil, dat iets vuil maakt. Dat is het immers wat naderhand aan de schoenen kleeft. Wanneer je echter verder kijkt, dan zie je dat het niet vanzelf gaat, maar dat we daarvoor onze voet erin moeten zetten. We geven die voet de gelegenheid om ons vuil te maken. Zo zou je ook naar je storende gevoelens moeten kijken en je zou moeten inzien dat er natuurlijk iets is dat de aanleiding vormt, maar dat wijzelf degene zijn die ons erin begeven, ons laten meevoeren en erdoor in problemen komen.

Dit kan overkomen alsof je lang over allerlei storingen moet nadenken en moet piekeren over wat je verkeerd doet. Maar eigenlijk is het helemaal niet zo gecompliceerd. We hebben twee voorwaarden nodig om de geest vrij van de verschillende storingen te houden. De eerste voorwaarde is een welwillende instelling tegenover de anderen; dit betekent dat we de anderen precies even belangrijk moeten vinden als onszelf en hun al het goede toewensen. De tweede voorwaarde is dat je door de meditatie leert de essentie van de geest zelf te zien, zodat je begrijpt hoe storende gevoelens ontstaan en hun wortels kan afsnijden. Met deze twee voorwaarden – de welwillendheid en kracht uit de meditatie, uit de oplettendheid en de wijsheid die daaruit ontstaan – kun je de storende gevoelens overwinnen en ben je er niet meer vatbaar voor.

De eerste voorwaarde is dus om anderen te willen helpen. Dat betekent dat je allen toewenst dat ze al het geluk en de oorzaak die tot dit geluk leidt, mogen bezitten. Geluk betekent hier vrijheid van leed. Zodra er geen leed meer is, ontstaat eigenlijk automatisch geluk. Dezelfde moeite die we doen om voor onszelf geluk en de oorzaak voor geluk te ontwikkelen, moeten we ook voor anderen doen. We moeten op dezelfde manier alles voor anderen doen, opdat zij even gelukkig worden en in hen dezelfde oorzaken voor geluk ontstaan. Hier gaat het dus om de motivatie. Wanneer we proberen om leed, en alles wat tot leed leidt, te vermijden en ons in dit opzicht sterker te maken, dan moeten we anderen hetzelfde toewensen en alles doen wat we kunnen om hun leed en de oorzaken van leed weg te nemen. Dit heeft iets met onze meditatie in het dagelijkse leven te maken, want handelen met die instelling is meditatie in het dagelijkse leven.

Het is niet makkelijk om de diepe zin van deze meditatie te begrijpen, of goed te begrijpen hoe diep ze werkt. Als we door storende gevoelens worden getroffen, zoals bijvoorbeeld jaloezie, dan voert dat tot leed en door het ervaren van dit leed zijn we geneigd ook in alle andere soorten van storende gevoelens terecht te komen. Dan ontstaat bijvoorbeeld boosheid jegens iemand die ons de aanleiding tot jaloezie gaf, of wraakzucht, of hebzucht naar datgene wat iemand anders bezit wat wij niet hebben.

Wanneer je dieper in de aard van een storend gevoel kijkt en daarin de negativiteit kan herkennen, dan leidt dat daartoe dat je het kan vermijden en zo ook het resultaat ervan – namelijk leed – kan vermijden. En omdat je vervolgens dit leed niet ervaart, komen ook de andere storende gevoelens niet meer op. Op deze manier kan de geest in harmonie rusten. De ontwikkeling van dit gevoel of deze instelling, dat jij en alle anderen graag zonder het geringste spoor van leed in volkomen geluk en vrede willen leven, begint pas wanneer je vrij bent van vooroordelen, respectievelijk wanneer je de anderen als gelijkwaardig ziet. Zonder deze gelijkmoedigheid wordt de wens niet alomvattend en volkomen stabiel. Wanneer je deze wens echter ontwikkelt, ontstaat daaruit een volledig gelijkmoedige en uitgebalanceerde geestestoestand. Dit is waar we naar streven.

We kunnen makkelijk praten over dingen als dat je niet aan het ik moet vasthouden en medegevoel voor anderen moet hebben. Ook intellectueel is het makkelijk te begrijpen en zo zou je kunnen denken dat het eenvoudig is. Maar het gaat er om een directe persoonlijke ervaring te krijgen. Het intellectuele begrijpen van de dingen moet ervoor zorgen dat we met negatieve handelingen ophouden; dat de oorzaak voor het negatieve geblokkeerd wordt. We moeten echter altijd in gedachten houden dat het met woorden alleen niet gedaan is. Je moet het toepassen; het tot beleving en ervaring maken. Wat we dus moeten ontwikkelen is de oplettendheid om in iedere situatie de omstandigheden bewust te ervaren en te zien waar het mogelijk is om in te grijpen. Zien waar we het kunnen sturen zodat het niet tot iets negatiefs leidt. Hoe meer je deze oplettendheid en behoedzaamheid vergroot, des te meer zal het een gewoonte worden die helpt om telkens weer verder te ontwikkelen.

De eerste methode is dus om een nuttige instelling te ontwikkelen die jou helpt om de geest in evenwicht te brengen. De tweede methode is de meditatie zelf. Meditatie betekent je van de essentie van de geest bewust te worden, zo oplettend te worden dat je de constante stroom van ervaringen bewust ervaart. Eerst breng je de geest tot rust, vervolgens let je erop dat de geest in rust blijft en dat je het merkt als hij plotseling anders gaat functioneren. Dan probeer je de geest weer in de toestand van rust terug te brengen. De bedoeling is dus dat je niet afgeleid wordt door wat er constant in de geest gebeurt. Je probeert de geest steeds weer tot de rustige toestand terug te brengen, waar hij zich van zichzelf bewust is, waar hij in zichzelf blijft en niet wordt afgeleid.

Om te zorgen dat deze toestand niet wordt gehinderd of geschaad, is het belangrijk dat je geen enkele hoop en ook geen enkele angst hebt. Geen hoop dat er iets aangenaams zal gebeuren en geen angst voor iets onaangenaams. Hoop en vrees brengen de geest weer in de war, winden hem op en weg is de rust. De geestestoestand moet in het midden komen, voorbij iedere verwachting. Op deze manier mediteren brengt veel voordeel: het wezenlijke is dat door de meditatie de natuur van de eigen geest herkend wordt. We zien hoe onze geest functioneert en dat betekent dat we onszelf leren kennen; we leren ons eigen wezen kennen en we leren te zien hoe in onze geest storingen ontstaan. Verder leren we ook de aard van deze storende gevoelens kennen en we kunnen er zowel het negatieve in herkennen als de positieve mogelijkheid: het wijsheidsaspect. We voelen aan in hoeverre de anderen of wijzelf verantwoordelijk zijn voor het verschijnen van storende gevoelens. Wanneer we onszelf en de manier waarop onze geest functioneert leren begrijpen, dan wordt het ook makkelijk voor ons te begrijpen hoe het de anderen gaat, wat zij ervaren. Dan kunnen we ze beter begrijpen en rekening met ze houden.

About the author