Maggy Lehnert – De activiteit van Lopön Tsechu Rinpoche

Misschien is het goed om met het levensverhaal van Lopön Tsechu Rinpoche te beginnen. Rinpoche werd geboren in 1918 in Phunaka, de tweede grote stad van Bhutan, maar naar onze begrippen slechts een klein stadje. Bhutan zelf is een uniek land. Het is een authentiek boeddhistische monarchie. Het aantal inwoners bedraagt slechts 700.000 en boeddhisme is de officiële godsdienst. Het is niet iets wat de Bhutanezen onder dwang is opgelegd, integendeel, het is hun levensfilosofie: ze leven en ademen het. Als je er reist heb je het gevoel in een tijdmachine te zijn gestapt en honderden jaren terug in de tijd te zijn gezet. Alles gebeurt er zoals vierhonderd jaar geleden. Mensen dragen nog de traditionele Bhutanese kleding en de cultuur en de religie blijft onaangetast. Internet en televisie werden vier jaar geleden in Bhutan ingevoerd en toerisme werd ongeveer tien jaar geleden toegestaan. Daarvoor hadden maar zes- tot zevenduizend toeristen het land ooit bezocht. Je kunt je voorstellen hoe Bhutan eruit zag toen Rinpoche er vijfentachtig jaar geleden werd geboren. Het land was volledig afgesloten voor invloeden van buitenaf en was een gaaf model van traditioneel Bhutanees boeddhisme. Zelfs vandaag de dag, als je in Bhutan arriveert, heb je het gevoel een zuiver land te betreden. Guru Rinpoche’s aanwezigheid is overal en het voelt alsof je in zijn reine land bent.

Rinpoche werd in zo’n rein land geboren. Hij bracht zijn vroege jaren door in een plaats genaamd Nobugang. Rinpoche was geen Tulku die bij zijn geboorte al werd herkend, maar zijn familie kon niet om zijn speciale kwaliteiten heen. Toen hij een kleine jongen was, brak er een epidemie uit. Binnen een periode van twee weken kostte die aan twintig familieleden het leven. Nadat ook de vader van Rinpoche aan de ziekte was bezweken, besloot zijn moeder om het gebied te verlaten om zo haar kinderen te beschermen. Het gezin vertrok naar Nepal waar Rinpoche’s oom, zelf een groot lama, leefde. In die tijd waren er geen directe wegen die Bhutan met Nepal verbonden. Moeder en kinderen waren daarom gedwongen via Tibet te reizen. Met als gevolg dat de reis ongeveer vier maanden duurde. Het gezin reisde te voet door de hoge bergen. Ze hadden geen geld en ook niets te eten. De enige manier om te overleven was bedelen om voedsel. In onze cultuur wordt er met gefronste wenkbrauwen gekeken naar bedelen, maar in die tijd was het in Azië een gewoon gebruik. Rinpoche’s zuster echter vertelde me dat er soms ook honden achter hen aan werden gestuurd. Onder die omstandigheden was de reis extreem zwaar. Rinpoche was toen tien jaar oud en als oudste droeg hij zijn zusje van vier op zijn schouders. Zijn moeder droeg hun broertje die nog een baby was.

Gedurende al de jaren die ik met Rinpoche doorbracht, reisden we veel en na een uitputtende reis merkte hij op dat geen enkele reis te vergelijken was met de reizen die hij als kind had ondernomen. Het waren niet alleen de ontberingen, maar ook de gevaren die de reiziger wachtte. Ik wil graag even zeggen dat ik deze verhalen nooit met iemand heb gedeeld. De reden hiervoor is dat Rinpoche een zeer bescheiden persoon was en niet wilde dat anderen over zijn leven praatte, hoewel het een bijzonder leven was.

Eindelijk bereikte het gezin de oom in Nepal. Zijn naam was Sherab Dorje en hij zou Rinpoche’s hartlama worden. Hij zou degene zijn die de grootste invloed zou hebben op het leven van Rinpoche. Sherab Dorje was ook geboren in Bhutan en naar Nepal vertrokken. Zijn levensverhaal is eveneens fascinerend en hoewel we nooit iets van hem hebben gehoord, was hij een van de meest bekende boeddhistische meesters van zijn tijd. Het hele gebied van de Himalaya is immens gezegend door de activiteiten van grote boeddhistische meesters. We vergeten vaak dat beroemde yogi’s niet alleen leefden en les gaven aan de Tibetaanse zijde van de Himalaya, maar ook in Nepal en Bhutan. Vandaar dat Nepal historisch gezien een enorm belangrijk boeddhistisch gebied is. Sherab Dorje legde de nadruk op de beoefening van meditatie en hij verbleef vele jaren in eenzame retraites. Hij mediteerde niet in kloosters maar in grotten; heilige plaatsen waar ook Milarepa of Guru Rinpoche hadden gemediteerd. Sherab Dorje’s kwaliteiten werden rondverteld en al gauw werd hij omringd door beoefenaars die hem vroegen om onderricht en inwijdingen. Hij stichtte vijf kloosters voor mannen en vrouwen in de uitgestrekte gebieden van de Himalaya. Onder die omstandigheden ontmoette Rinpoche zijn oom. Meteen nadat ze elkaar hadden ontmoet, begon Rinpoche met intensieve meditatie beoefening. Het tweetal oefende jarenlang in de grotten van Milarepa en Guru Rinpoche. Als beoefenaars zijn ze totaal onbekend en worden ze in geen enkele tekst ooit genoemd. Rinpoche vertelde me dat ze maanden achtereen leefden op een dagelijkse lepel water vermengd met vermalen rots. Om duidelijk te maken dat Sherab Dorje niet zomaar een lama uit de Himalaya was, maar een groot meester die vrijwillig de eenzaamheid van de bergen verkoos, vertel ik hier kort zijn levensverhaal.

Sherab Dorje was in zijn tijd een van de meest geleerde lama’s in Bhutan. Hij droeg de titel van Khenpo maar was ook een hoog gerealiseerde beoefenaar. Hij was zowel in Nepal als in Bhutan beroemd. Tot voor kort leefden er nog mensen die zich konden herinneren hoe hij zich tijdens een inwijding transformeerde tot Liefdevolle Ogen. Meer dan honderd jaar geleden vroeg de koning van Nepal de Bhutanese monarchie de Swayambhu stoepa te herstellen. De koning van Bhutan koos Sherab Dorje om deze taak uit te voeren en zond hem naar Kathmandu.

Je weet waarschijnlijk dat de Swayambhu stoepa een van de oudste ter wereld is: het is het belangrijkste monument van verlichting op aarde. De reisgidsen zeggen dat het 1000 tot 2000 jaar geleden werd gebouwd, maar dit is slechts ten dele waar. Het is in die tijd gerestaureerd, maar de originele stoepa is verborgen in de heuvel waarop de nu zichtbare staat. De originele stoepa verscheen spontaan op een bloem, die aan het eind van het vorige kalpa op een wensvervullende boom bloeide. De vorige Boeddha Kashyapa besloot het te beschermen door het te bedekken. Swayambhu stoepa werd vele malen gerenoveerd en de laatste die dit deed was Lama Sherab Dorje.

Lopön Tsechu Rinpoche zei eens dat het feit dat we nu gebruik kunnen maken van de stoepa te danken is aan het grote werk van Sherab Dorje Rinpoche. De restauratie van de stoepa duurde twaalf jaar en nadat het was voltooid, trok Sherab Dorje Rinpoche zich onopvallend terug in de bergen en wijdde de rest van zijn leven aan praktiseren. Hij keerde nooit meer terug naar Kathmandu: Sherab Dorje overleed toen Lopön Tsechu achtentwintig jaar was. De leraar-leerling verbinding tussen hen was zo sterk dat Rinpoche de sterfdag van zijn oom altijd herdacht met speciale puja’s. Hij vertelde me dat ondanks de vele jaren die waren verstreken sinds het overlijden van zijn hartlama, er geen dag voorbij ging zonder dat hij aan hem dacht. Dit jaar pas vertrouwde Rinpoche mij een herinnering aan zijn oom toe. Hij vertelde dat hoewel Sherab Dorje Rinpoche werd beschouwd als een emanatie van Liefdevolle Ogen, dat zijn hoofdbeoefening Nyungne (een meditatie op Liefdevolle Ogen) was, dat hij een zeer vriendelijke man was, vol compassie, hij desondanks vaak zeer streng was voor Rinpoche. Althans dat dacht de jonge Lopön Tsechu, maar na de dood van zijn leraar realiseerde hij zich dat elke opmerking, alles wat zijn lama hem had verteld, in feite onderricht was. Voor zijn oom stierf, werd Rinpoche op korte, regelmatige reizen van Nepal naar Bhutan gestuurd om zijn opleiding te voltooien. Op een van die bezoeken ontmoette hij de zestiende Gyalwa Karmapa, die toen achttien jaar oud was. Rinpoche was vierentwintig. Karmapa was uitgenodigd door het koninklijk hof van Bhutan om inwijdingen te geven. Het was een gebruik dat een meester zoals Karmapa de speciale inwijdingen alleen gaf aan de koninklijke familie, de aristocratie en de hoogste lama’s. Echter dankzij de zus van de koning, een toegewijde leerling van Karmapa, werd Rinpoche uitgenodigd om deel te nemen aan een serie belangrijke inwijdingen. En zo begon de leraar-leerling relatie en vriendschap tussen de zestiende Karmapa en Lopön Tsechu Rinpoche.

Na de dood van Rinpoche’s oom keerde de jonge Lopön Tsechu uit de bergen terug naar Kathmandu om het spirituele en administratieve werk op te pakken dat was achtergelaten door zijn leraar. Vanaf die tijd wijdde hij zich aan het Dharmawerk in Nepal. Als geen andere lama ondersteunde Rinpoche de ontwikkeling van het boeddhisme in Nepal door de verschillende boeddhistische minderheden te verenigen. Hij begeleidde Rinpoche’s en vluchtelingen uit Tibet om hun leven in Nepal weer op te pakken. In die tijd werd er geen enkel klooster in Nepal gebouwd zonder de betrokkenheid van Rinpoche. Pas toen Rinpoche tegen de tachtig was, dacht hij aan het bouwen van een eigen klooster en stichtte hij zijn eigen centrum in Kathmandu. Daaraan voorafgaand woonde hij in een huurhuis en was hij druk met het helpen van vele anderen. Rinpoche nam ook deel aan het bouwen van scholen, weeshuizen, bruggen, klinieken; hij was gewoonweg een bodhisattva. Alles in Kathmandu of Nepal dat iets met de Dharma te maken had, was op een of andere manier met hem verbonden. Op deze manier is het niet zo verbazingwekkend dat hij de eerste lama was die lama Ole en Hannah ontmoetten. Mede door de grote zegen van Karmapa was het ook aan Lopön Tsechu Rinpoche te danken dat de activiteiten van Ole en Hannah zich op zo’n dynamische wijze over de wereld kon verbreiden en opbloeien.

Het feit dat Karmapa aan Rinpoche vroeg Ole en Hannah als studenten over te nemen, is gebaseerd op een sterke, langdurige en nauwe band tussen de zestiende Karmapa en Rinpoche. De zestiende Karmapa heeft bijna elke bestaande inwijding van de Karma Kagyu Linie aan Rinpoche gegeven. Een van Rinpoche’s meest diepzinnige spirituele ervaringen was het maken van een boeddhistische pelgrimstocht met Karmapa door India. Samen met vele andere hoge lama’s reisde Karmapa in een speciale trein, die totaal tot hun beschikking stond. Dit was een genereuze gift van de toenmalige premier mevrouw Indira Gandhi. De trein stopte overal en zolang als Karmapa dat wenste. Meer dan een maand lang deelde Rinpoche unieke ervaringen met Karmapa.

In 1987 nodigden Ole en Hannah Rinpoche uit om naar Europa te komen. Zo begon hij zijn activiteiten uit te breiden naar het Westen. Er zijn vele verhalen over de bijzondere gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens zijn bezoeken. Rinpoche ontmoette zoveel mensen en behandelde ze allemaal hetzelfde, of ze koning, minister of gewone werknemers waren: hij maakte onmiddellijk dat mensen zich met hem verbonden voelden en hij deelde zijn warmte met hen. Of ze boeddhist waren of niet, iedereen zei dat hij een bijzonder iemand was – zelfs als hij soms alleen maar zat en niets zei. Hij behandelde iedereen op dezelfde manier, er was geen verschil of hij op audiëntie was bij de Spaanse koningin, of dat hij met een van zijn studenten was. Hij was altijd onveranderlijk vriendelijk en liefdevol naar iedereen. Rinpoche ontmoette duizenden mensen over de hele wereld.

Lopön Tsechu Rinpoche steunde de 17e Karmapa, Trinley Thaye Dorje volledig, alsook Shamar Rinpoche en lama Ole. Dit maakte hem soms onderwerp van kritiek. Desondanks heb ik hem nooit iets negatiefs over wie dan ook horen zeggen. Hij was pure magie: zelfs de ogenschijnlijk meest eenvoudige dingen die hij zei, veranderden uiteindelijk in iets betekenisvols.

Eenmaal in het Westen opende hij de harten van vele mensen en gaf hij heel veel inwijdingen. Meer dan welke andere lama ook, hij was de lama die Ole steunde. Meestal hoefde hij niet eens wat te zeggen; zijn aanwezigheid en zijn handelen waren een les op zich. Degene van jullie die hem niet persoonlijk kennen, zullen gedacht hebben dat hij een statige, oude lama was. Maar als je hem werkelijk kende, zou je realiseren dat hij meer was dan dat. Hij was de meest bewonderenswaardige en fascinerende persoonlijkheid die je kon ontmoeten. In zijn aanwezigheid werd alles op de een of andere manier interessant. Hij had ook een groot gevoel voor humor. Rinpoche was zeer modern, wat op het eerste gezicht misschien moeilijk te zien was, maar hij begreep onze westerse mentaliteit werkelijk. Rinpoche kon de meest onwaarschijnlijke situaties veroorzaken. Bijvoorbeeld toen we in 1993 voor de eerste keer naar Zuid-Amerika vlogen. We zaten in een Boeing 747 naar Venezuela. Rinpoche lag in zijn stoel te slapen toen de steward me vroeg wie hij was. Ik legde hem uit dat Rinpoche een hoge lama was, waarop een van de co-piloten kwam vragen om boeddhistische leringen. Twintig minuten later kreeg ik bij wijze van compliment een fles champagne en hoorde dat de volledige bemanning toevlucht wilde nemen. Ik maakte Rinpoche wakker en vroeg hem of hij toevlucht kon geven. Rinpoche was niet eens verbaasd. De twaalfkoppige bemanning maakte een rij voor de cabine van de piloot en met hun petten onder hun arm geklemd, ontvingen ze toevlucht: dertigduizend voet boven de Atlantische Oceaan. Je moet bedenken dat Rinpoche diep in slaap was toen de bemanning hun beslissing nam. Zijn energieveld was zo sterk dat hij niets hoefde te zeggen of te doen: hij was er gewoon. Onze beste vriend Pedro vergezelde ons en was getuige van de hele gebeurtenis. Hij kreeg ook het meest van de champagne.

Op een andere gelegenheid bezochten we Cuzco in Peru. We werden op de hoogte gebracht van het feit dat de burgemeester Rinpoche het ereburgerschap wilde verlenen, ondanks dat hij hem niet eens kende. Je zou het niet zeggen, maar Rinpoche is ereburger van Cuzco. In die tijd kwamen er twee Inca priesters te voet vanuit de Andes om Rinpoche te zien. Ze waren de laatste houders van hun leringen en konden niet eens Spaans spreken. Ze hadden een vertaler bij zich, een antropoloog van de universiteit van Cuzco. Ze verzochten om de vertaling van alle boeddhistische leringen in ruil voor het geven van alle kennis van de Incacultuur aan Rinpoche. Voor de ceremonie werden we naar een bos gebracht met een cameraploeg van de televisie in ons kielzog. We moesten eerst eer betonen aan de zon, wat ongeveer een uur duurde. Net toen we dachten dat de ceremonie afgelopen was, vertelden ze ons de berg te eren en de het hele ritueel begon van voren af aan. Twee uur later werd ons gevraagd eer te betuigen aan de rivier. We hadden verschrikkelijke dorst gekregen, maar we moesten nog eer betonen aan de wind en vervolgens aan een boom. Een eerbetoon aan vuur stond ons nog te wachten. Uiteindelijk, na vele uren begonnen de transmissies. De namen van de priesters waren Don Carlos en Don Mario. Don Mario was te vergelijken met Lama Kalsang en Don Carlos was als Rinpoche.

Ik was aan het vertalen toen ik een grote fout maakte. Ik zei dat Don Carlos eerst zijn leringen zou overdragen aan Rinpoche en niet omgekeerd. Don Carlos en Rinpoche stonden tegen over elkaar, hun voorhoofden raakten elkaar aan en ze wachtten tot de transformaties plaats zouden vinden. Lichten, camera, actie, en de cameraploeg begon met filmen. Iedereen stond stil, maar er gebeurde niets. Na tien minuten opende Rinpoche een oog. Hij sloot het vlug. Toen zag ik ook Don Carlos gluren, en ook vlug zijn ogen weer sluiten. Hij dacht waarschijnlijk dat dit de transmissie was. En Rinpoche ook. Ik realiseerde mijn vergissing, we stopten met filmen, en begonnen overnieuw, deze keer met succes. Rinpoche werd Inca liniehouder en werd benoemd tot hoogste Inca priester.

Elke dag met Rinpoche was vol en interessant. Je zult hem misschien herinneren zittend op zijn troon, inwijdingen gevend, en zeer serieus. Maar dat was slechts een aspect van zijn persoonlijkheid. Hij was zo fascinerend dat alles om hem heen veranderde in iets fris en er was geen seconde dat je dacht dat hij een oude man was. Met hem had ik de beste tijd van mijn leven. We kunnen ons als bijzonder gelukkig beschouwen en geëerd voelen dat we Rinpoche ontmoet hebben en dicht bij hem konden zijn. De liefde en vriendelijkheid die hij uitstraalde was niet alleen iets dat hij uitdrukte: het was zijn voortdurende toestand.

Op de een of andere manier had Rinpoche een zwak voor Spaans sprekende landen, maar ook voor Polen. We kunnen allemaal dankbaar zijn dat hij zoveel van zijn tijd besteedde aan het Westen, en dat hij in zijn latere jaren meer dan de helft van zijn tijd bij ons was. In Azië waren weinig mensen zich bewust hoe omvangrijk Rinpoche’s activiteiten in het Westen waren en hoe geliefd hij hier was. Op zijn beurt sprak Rinpoche nooit over zijn werk in Azië als hij in Europa of Amerika was. Hij was zo bescheiden dat hij nooit sprak over zijn hechte relatie met de koninklijke familie van Bhutan. Rinpoche sprak niet over dit feit, zelfs niet in een conversatie met de koningin van Spanje. Rinpoche gebruikte zijn status nooit in zijn eigen voordeel.

Omdat ik persoonlijk zo dicht bij hem stond, vergat ik soms hoe belangrijk Rinpoche was. Ik herinner me dat elke keer als we in Bhutan landden het vliegveld versierd was met vlaggen ter ere van hem. Er was een erewacht van soldaten en de koninklijke familie was gekomen om hem te begroeten. Tegelijkertijd kunnen sommigen hem nog steeds herinneren aan een tafel met zijn leerlingen, terwijl ze soep aten. Je kunt Rinpoche’s zegen altijd voelen, of hij nu hier is of niet. Rinpoche heeft echter ook iets zichtbaars nagelaten, de belichaming van zijn activiteiten, in de vorm van zestien stoepa’s die hij gebouwd heeft in Europa en de Kaukasus. De Benalmadena stoepa is de zeventiende en wordt door Rinpoche beschouwd als van het grootste belang. Hij stak een hoop energie in het voorbereiden en construeren, en wijdde er de laatste gedachten van zijn leven aan.

Het ontwerp zag zes jaar geleden het daglicht in nauwe samenwerking met de gemeenschap van Benalmadena. De stoepa kreeg meer en meer betekenis voor Rinpoche. Tijdens de laatste maanden van zijn leven voelde Rinpoche zich vaak niet goed. Als hij zich maar even beter voelde, praatte hij over de stoepa. Het was zijn trots en passie. Hij wijdde zich volledig aan deze taak. Rinpoche stierf slechts vier maanden voor de inauguratie van de stoepa. Maar op een of andere manier zag hij de bouw tot het einde. Op het moment van zijn dood, ondanks dat er nog veel werk moest gebeuren, was het basisgebouw zo goed als klaar.

Shamar Rinpoche heeft de inauguratieceremonie voltrokken in naam van Lopön Tsechu Rinpoche en lama Ole heeft zijn eerste Milarepa-cursus gegeven voor de inauguratie. Als je in Benalmadena bij de stoepa bent, zul je de aanwezigheid van Rinpoche overal kunnen voelen. Misschien omdat hij de bouwplaats zo vaak bezocht om iedere centimeter en elk detail te kunnen plannen. Rinpoche voorspelde dat op een dag iemand een grotere stoepa zal bouwen. Maar op de dag van de inauguratie zou dit de grootste stoepa in de westerse wereld zijn, een gekroond eerbetoon aan het levenswerk van een groot lama.

Tijdens het echte afscheid nodigde Rinpoche ons uit om naar Nepal te komen. Mijn man Wojtek was sceptisch omdat hij van Ole en mijn broer Tomek had gehoord, hoe vervuild het land was, en hij vond dat je daar niet met kleine kinderen heen moest gaan. Rinpoche echter stond erop dat we de kinderen meenamen. Rinpoche was daarna een paar jaar niet in Europa.

Enige tijd later ontwierp mijn man Wojtek een boeddhistisch klooster voor Pedro Gomez, die het wilde laten bouwen bij het boeddhistisch centrum in Karma Guen in Spanje. We vroegen ons af of hij een goed ontwerp had gemaakt, omdat we nog nooit van ons leven een boeddhistisch klooster hadden gezien. Het was een uitstekend excuus om hem ervan te overtuigen om naar Nepal te gaan en Rinpoche te raadplegen. In die tijd beschikte Rinpoche niet over een telefoon en ook via de post was hij onbereikbaar. Eens per jaar reisde Ole met zijn vrienden naar Rumtek via Kathmandu, en brachten altijd groeten van Lopön Tsechu mee terug. Ik dacht dat het uit pure beleefdheid was en kon me niet voorstellen dat Rinpoche me nog kon herinneren. Daarom brachten we hem niet op de hoogte van onze reis naar Kathmandu. Toen we arriveerden was lama Kalsang in geheel niet verbaasd. Na al de jaren was hij in staat wat Engels te praten, en hij vroeg daarom onmiddellijk: ‘Waar zijn de kinderen? Heeft Rinpoche je niet gevraagd ze mee te brengen?’ Zo was het ijs gebroken. Het was alsof we pas de dag ervoor waren uitgenodigd en niet drie jaar eerder. Rinpoche was in het buitenland en zou over een paar dagen terugkeren, dus vertrokken we ondertussen naar Rumtek. Toen hij terugkwam vertelde Rinpoche ons dat hij al die jaren op ons had gewacht. Hij zei dat hij binnenkort naar Europa zou komen en daar de traditie wilde voortzetten om in ons huis te logeren. De daarop volgende dertien jaar werd de traditie eer aan gedaan. Ondertussen verhuisden we naar Duitsland nabij Frankfurt. Griesheim werd het vertrekpunt van de vele reizen van Rinpoche in het Westen. Het originele plan voor het klooster ontwikkelde zich tot een volwaardig project voor de constructie van de Kalachakra stoepa, die je vandaag kunt bezoeken in Karma Guen.

Eigenlijk heeft Rinpoche mij in het begin helemaal niet gevraagd of ik continu met hem wilde reizen. Hij zei alleen: ‘Tot volgend jaar’ en als hij weer bij ons was, zou hij me opnieuw uitnodigen om hem voor een maand, misschien twee maanden te vergezellen. Op deze manier werd de tijd die ik met hem spendeerde geleidelijk uitgebreid. Op een dag na de inauguratie van de Kalachakra stoepa pakte mijn man Wojtek zijn kalender en telde alle maanden op die ik van huis weg was geweest. Het moeten er ongeveer zes geweest zijn. Ik herinner me dat hij boos was en de kalender liet zien aan Rinpoche in Wuppertal. Rinpoche keek licht geamuseerd en verraste Wojtek door te vragen of hij vanaf nu instemde om mijn leven te delen tussen het gezin en Rinpoche. Wojtek sputterde tegen en mijn dochters begonnen te huilen. Toen hij dit zag, opende Rinpoche zijn kleine gele zak, nam een Kleenex-tissue en terwijl hij dit aan de meisjes gaf, vroeg hij Wojtek: ‘Heb je er ook een nodig?’ Iedereen barstte in lachen uit. Toen ik enige tijd later begon te reizen met Rinpoche gedurende 8 tot 9 maanden per jaar, stopte Wojtek maar met het markeren van de kalender. Al deze jaren steunden Wojtek en mijn dochters mij volledig en bemoedigden zo mijn werk met Rinpoche. We voelden ons zijn meest naaste familie.

About the author